De Nederlandse zanger Harry Slinger staat al bijna 40 jaar op het podium. Zijn grootste hits, waaronder "Je loog tegen mij", had hij in de jaren 80 met de band Drukwerk. Nog steeds is hij één van de populairste artiesten op Gigstarter, en wordt door heel de Benelux geboekt voor evenementen. Onder de rook van de karakteristieke Westertoren in Amsterdam spreken we Harry over het hebben van een jonge live band, de kunst van het optreden en zaken waar hij een hekel aan heeft.
Waar kreeg u de inspiratie om te gaan zingen?
‘Van huis uit. Mijn vader had een eigen kleermakerij en zong altijd. Ik kreeg het met de paplepel ingegoten. Bij verjaardagen zette hij mij gerust op de tafel om te gaan zingen. Het maakte emotie los bij mensen, dat had ik al vrij snel door. Wat meespeelt is dat ik altijd het gevoel heb gehad dat ik als jongste van het gezin de boel moest vermaken.’
Harry Slinger op het podium
Op wat voor manier?
‘Mijn moeder was veel ziek, mijn vader had in concentratiekamp Vught gezeten. Dus er was veel armoede en ellende bij ons in de Jordaan. Als je dan een kleintje hebt die kan zingen en de boel kan vermaken, is het een plezierige afleiding.’
Hoe bent u vanuit deze achtergrond in een bandje terecht gekomen?
‘Toen ik begin 20 was werd ik door een studentensociëteit gevraagd om achter de bar te staan. Als geboren en getogen Amsterdammer moest ik de christelijke studenten die er woonden welkom heten en bekend maken met de stad. Hier ontmoete ik gitarist Ton Coster. Samen met een gezamenlijke vriend die bas speelde en ik op het drumstel vormde we ons eerste bandje, The Hot Potato Swingers. We organiseerden veel feesten op de sociëteit met allerlei soorten thema’s.’
Beviel spelen in een bandje u meteen?
‘Het was top. We bouwden het onder andere uit met een trompettist en een gitarist. Naast het spelen op de sociëteit werden we ook gevraagd voor bruiloften. Via deze optredens kwamen we in buurthuizen terecht. En toen kwam de single die alles versnelde, ‘Ik verveel me zo in Amsterdam-Noord.’
Harry in gesprek met onze redacteur Tom
Dat was uw eerste single?
‘Ja, ik werkte als jongerenmedewerker in Amsterdam-Noord en wilde voor de actiegroep Jan, die voor jongeren in Noord opkwam, een lied maken. We noemden ons toen al Drukwerk en hebben 5000 singles gedrukt en verspreid onder de buurthuizen in Amsterdam. Het radiofenomeen Frits Spits pakte dat op. En zo kwam van één het ander.’
Begon in de buurthuizen uw lange loopbaan van optredens?
‘Toen die single werd gedraaid op de radio werden we overal gevraagd. Daarna kwamen de feesttenten en de grote feestzalen. Op gegeven moment kreeg je die mega piraten feesten in stadions. Eén keer aan meegedaan. Ik kwam aan bij een mega toestand in een stadion in Almelo. Voor een groot bedrag hoefde ik maar drie nummers te zingen terwijl in mijn contract stond dat ik minstens een half uur zou optreden. Ik zeg ok, dit is eens maar nooit meer.’
Waarom wilt u niet voor een paar nummers optreden, heel veel artiesten doen dat toch?
‘Dat is het verschil tussen artiesten en een amuseur. Ik ben een amuseur, ik ben er om mensen te vermaken en dat gaat verder dan een paar nummers zingen. Ik voel mij niet meer dan artiesten, maar anders. Zo vertel ik verhalen op het podium en bouw ik een show op. Daarbij komt dat ik veel van mijn liedjes zelf schrijf en toneel speel. Vaak zijn er tussenpersonen als managers of boekingsbureaus die niet willen dat je dat doet, omdat je niet veel verdient met toneel spelen. Ik vond musicals als bijvoorbeeld Tita Tovenaar geweldig om in te spelen. En solo optreden met een opnameband, waar ik een tyfushekel aan heb, deed ik meer voor brood op de plank.’
Drukwerk live op Oerrock 2017Nu treedt u weer op met een live band vol jonge muzikanten, hoe is dat?
‘Het gaat geweldig en het is sowieso ontzettend leuk om met je zoon (toetsenist bij Drukwerk, red.) op het podium te staan. Ze pakken de vrijheid om nummers in een nieuw jasje te steken. Hierdoor geven ze een ontzettende swing aan oude nummers als Geen medicijn.’
Hoe laadt u uzelf na al die jaren nog steeds op voor een optreden?
‘Heel gek maar als ik geen plankenkoorts meer heb dan stop ik ermee. Ik blijf mij afvragen of het wel goed komt. Of ik de boel nog steeds kan pakken. Het zorgt voor een gezonde spanning. We moesten bijvoorbeeld in Kampen optreden met mijn been omhoog omdat ik mijn kuitbeen gescheurd had. Aan de rand van de bühne maak ik mij dan bloednerveus omdat ik niet kon bewegen. Achteraf denk ik, wat ben ik toch een lul, want mensen vinden het geweldig dat we al gekomen zijn.’
Iedereen meekrijgen tijdens een optreden vindt u belangrijk?
‘Ja, dat moet. Het is natuurlijk een kunstje. Ik ga de bühne op met het idee, zwart wit gezegd: kijk papa ik kan een kunstje. Heb ik ook met de toneelstukken waaraan ik meedoet. Einde van dit jaar doe ik mee aan een stuk, kerst in de Jordaan. Over een Jordaan in hemel met alle overleden sterren. Ik moet een vierdubbelrol spelen, onze lieve heer, Wim Sonneveld, Willy Alberti en Ton Slierendrecht. Een gigantische klus maar ik ben er trots op dat ik daar voor gevraagd word.’
Drukwerk bij een optreden in Muziekcafé De Compagnon
Voor de jonge artiesten, heeft u tips voor bij het optreden?
‘Belangrijkste voor de zanger of zangeres, kijk mensen aan. Geef iedereen in de zaal het gevoel dat je alleen voor diegene staat de zingen. Maak contact met het publiek. Dat is essentieel, wil je jouw publiek een fantastische avond geven.’
Is dat mogelijk in elk soort zaal?
‘Het wordt lastiger als je voor een paar duizend man speelt, maar het kan. Je moet klein beginnen in de kroeg om de hoek en het vak leren. Dat gaat niet als je met de Voice of Holland meedoet en meteen op een groot podium terecht komt. Ik geef je de zekerheid dat je dan niet net als ik 68 bent en op de bühne staat. Het is namelijk geen duurzame vorm om het vak te leren.’
U heeft zelf rond 2000 ook een Gigstarter opgericht, kunt u meer vertellen over die ervaring?
‘Ik wilde een platform oprichten waar alle Nederlandse artiesten op stonden. Van het onbekende duo om de hoek tot Marco Borsato. Open en eerlijk over wat het allemaal kostte. Dat Marco Borsato meer vangt dan ik accepteer ik, dat is de marktwerking. Toen ik daar mee bezig was bleek achteraf dat boekingskantoren niet wilden meewerken. Mede hierdoor en doordat het de beginperiode van internet was is het nooit van de grond gekomen helaas. Gelukkig is er nu Gigstarter.’
Merkt u verandering sinds u bij Gigstarter zit?
‘Zalen waar je eerst nooit terecht kwam, speel ik nu met Drukwerk. Soms voor een klein bedrag maar dat kon niet in de tijd van de boekingskantoren omdat ze het niet lucratief vonden. Wij krijgen nu veel meer optredens en vinden het gewoon leuk om te spelen. Ik denk dat we door de kleine optredens ook voor de grote evenementen worden geboekt. Het is een sneeuwbaleffect waardoor ik hopelijk nog vele jaren mag optreden.’